Kwik, Kwek en Kwak komen bij oom Donald om te vragen waar ze dit jaar op vakantie heen zullen gaan. Donald zegt dat ze dit jaar thuis blijven want hij heeft een goed idee om veel geld te verdienen. Ze gaan voor huisdieren zorgen en hij heeft al meerdere klanten. Hij heeft de sleutels van hun huis en de instructies voor het verzorgen van de dieren en Kwik, Kwek en Kwak moeten hem helpen. Ze zullen in de winter wel op vakantie gaan. Kwik gaat als eerste een huis binnen. Hij moet dertig pond gehakt voeren aan de hond van mevrouw Poedelaar. Het is een enorme hond en hij moet hem ook nog eens een enorme stok laten apporteren. Hij raakt er helemaal uitgeput van. Kwak moet een groep kolibries honingwater geven. De kolibries bestormen hem snel en pikken zijn petje stuk. Kwak moet voor de spin Spinderella vliegen vangen en Donald moet zelf een olifant te eten geven. Hij moet hem hooi en pinda's voeren en als Kwik bij hem komt kijken ziet hij dat zijn oom druk bezig is met het hooi. Hij zegt dat de olifant het hooi zelf wel kan pakken. Donald is daar blij mee en Kwik mag als beloning vijftig pond pinda's pellen. Donald moet vervolgens Annie voeren. Als hij de pot met haar voedsel pakt schrikt hij erg van het feit dat er mieren in zitten en hij laat de pot met mieren vallen waardoor die ontsnappen. Hij vlucht het aanrecht op en stoot een pot mierenvoer om waardoor het mierenvoor over hem heen valt. Alle mieren komen daarom op hem af en hij klimt in de lamp die aan het plafond hangt. Kwek redt zijn oom met een ladder en een pincet waarmee hij de mieren wegneemt en de rest van de mieren wordt door Annie afgelikt. De volgende klant heeft volgens Donald een zwembad. Als ze daar aankomen, lezen Kwik, Kwek en Kwak in de instructies dat het zwembad een aquarium is. Maar om het mierenvoer van zich af te wassen duikt Donald het water in. Kwik, Kwek en Kwak lezen in de instructies dat ze de vissen in het aquarium moeten voeren met zes geiten en twintig dozijn worsten. Donald wordt in het zwembad aangevallen door vele grote vissen. Kwik, Kwek en Kwak kunnen de vissen nog net op tijd weglokken met het eten. Aan het eind van de dag zijn Kwik, Kwek en Kwak doodmoe en beseffen dat er morgen weer zo'n dag komt. Bovendien moeten ze ook hun oom nog verzorgen.
