Het kantoor van Oom Dagobert staat in brand en de brandweer komt hem redden. Hij moet uit het raam springen en vijf brandweermannen houden het springzeil strak. Oom Dagobert vraagt echter of het zeil wel sterk genoeg is en de brandweermannen weten dat zeker. Oom Dagobert vraagt of het zeil honderd kilo kan opvangen en de brandweermannen zeggen dat dat kan. Ze sporen hem aan om toch echt te springen voordat het te laat is. Oom Dagobert wordt nerveus en vraagt of het zeil ook vierhonderd kilo kan opvangen. De brandweermannen zeggen dat ook dat makkelijk kan. Oom Dagobert springt uit het raam met een grote zak geld.
