Oom Dagobert zwemt door zijn geld en vindt dat het lekker ruikt en goed aanvoelt. Daarna maakt hij een ochtendwandeling door het park. Donald en Kwik, Kwek en Kwak ruimen het park op en Donald wil een grap met Oom Dagobert uithalen. Hij maakt een krant waarin het nieuwsbericht staat dat alle munten niets meer waard zijn en dat vis het nieuwe betaalmiddel is. Hij legt de krant op een bankje waar Oom Dagobert het zeker zal vinden. Als Oom Dagobert het bericht leest wordt hij zeer moedeloos. Als zijn geld is waardeloos geworden maar hij besluit niet bij de pakken neer te zitten. Donald lacht zich een hoedje maar Kwik, Kwek en Kwak denken dat het niet leuk zal blijven. Oom Dagobert helpt een visser bij het schilderen van zijn boot en verdient een zak vissen. In een kledingwinkel ruilt hij de zak vissen voor een regenjas en bij een andere visser ruilt hij de regenjas voor twee zakken vissen. Hiermee koopt hij een paard dat hij voor tien zakken vissen met vissers op het strand ruilt zodat zij gemakkelijker de netten binnen kunnen halen. Hij weet een vrachtwagen te ruilen die hij weer ruilt voor de gehele lading van een grote vissersboot. Hij heeft nu drie kubieke hectare vissen op de kade liggen maar als hij de vissen ruikt en aanraakt beseft hij dat hij het helemaal niet leuk meer vindt om rijk te zijn. Hij geeft zijn gehele fortuin aan Donald en laat alle vissen naar diens huis brengen. Als Donald en Kwik, Kwek en Kwak thuiskomen ligt er een berg van miljoenen kilo's vis op hun huis. Kwik, Kwek en Kwak zijn boos op oom Donald en vinden dat zijn grap met gelijke munt is terugbetaald.
