Stripverhalenserie: Trigie
Titel: Het purperen licht
Volgnummer: V18
Titel in originele taal:The terror of mount Spyx
Eerste publicatie in: L&L 383-390
Datum eerste uitgave: 05-69
Lengte in pagina's: 16
Tekenaar: Ron Embleton
Schrijver: Mike Butterworth
Uri kzmlky
Stripboeken:
1.14+2
4.4+4
6.3+4
Stripbladen:
SW:1972-22
SJE:1995-21
L&L:1969-383
L&L:1979-924
Samenvatting: Trigo gaat met zijn vrouw Ursa naar hun zomerpaleis in Bala. Bala is het mooiste plekje op Elekton. Het ligt naast het Spyx-gebergte. Janno en Keren zijn daar ook. In de nacht is er een vulkaanuitbarsting en de hele stad wordt vernietigd. Uit de krater schiet een vreemde raket omhoog. Alle mensen vluchten naar het bijgelegen meer. De raket landt bij het meer en er schijnt een vreemd purperkleurig licht uit het raket. De menigte begint te roepen dat ze alles zullen doen wat er gezegd wordt en verdwijnt in de raket. De raket vliegt terug de krater in. Janno en Keren waren samen met Trigo onder het puin van het paleis bedolven. Zij waren niet bij het meer. Nadat ze zich bevrijd hadden, gaan ze ook naar het meer. Ze vinden daar een jongetje, die met zijn been onder een rotsblok geklemd zat. Hij vertelt over het purperen licht. Janno, Keren en Trigo worden door een hovercraft uit Trigië gered. Later keren ze terug en dalen ze af in de krater van de vulkaan met hun raketten op hun rug. Tijdens de afdaling zien ze ook het purperen licht. Trigo en Janno verbergen zich op een rotspunt, de anderen verdwijnen. Als Janno en Trigo verder afdalen, komen ze in een landschap onder de grond. Ze ontmoeten daar de Meekers. Het zijn vredelievende geleerden in witte kleren en met witte baarden. Vroeger hadden zij de macht, maar hun slaven, de Zolls, hebben zich tegen hen gekeerd. Zij hebben met het purperen licht, wat door hen zelf uitgevonden was, de meeste Meekers tot hun slaaf gemaakt. Ze worden aangevallen door de Zolls en Trigo wordt gevangen gemaakt door het purperen licht. De Meekers vertellen Janno over de machine waarmee men vulkaanuitbarstingen kan opwekken. Als ze weer aangevallen worden door de Zolls, laat Janno zich vallen. Hij weerstaat het purperen licht en verliest niet zijn eigen wil. Na een tijdje gevangen geweest te zijn, ontsnapt Janno en weet de machine voor de vulkaanuitbarstingen te vernietigen. De Meekers bevrijden zichzelf en overwinnen de Zolls. Trigo en zijn vrouw gaan samen met Janno en de anderen terug. Trigo noemt het gebergte vanaf nu het Janno-gebergte.